Vijf spreuken om op ons werk ons mededogen te versterken
In het boeddhisme bestaat er een grote verscheidenheid aan trainingen in mededogen. Deze worden lojong genoemd. Lojong staat voor het trainen van onze geest in mededogen. Eén van die beoefeningen bestaat uit de 59 spreuken van Atisha. Deze spreuken komen uit de 12e eeuw maar zijn nog steeds actueel, zowel in ons dagelijks leven als op ons werk. In de foto hierboven zijn 5 van die 59 spreuken te vinden. Deze spreuken zijn met name uitgekozen om in te zetten op ons werk. Als we bereid zijn erover na te denken, kunnen we ze eventueel ergens op onze werkplek of ind e buurt daarvan ophangen (zie de foto hiernaast). Daarna kunnen we ze na bestudering toepassen op de eigen werkplek. Als er meer collega’s meedoen, zal dat zeer helpen. Dan is er de mogelijkheid om er samen op te reflecteren.
De eerste spreuk: Van de twee getuigen, houd vast aan de ene
Deze slogan gaat ervan uit dat in het fundament van wie we zijn, we waardevol zijn, we capabel zijn, we onszelf kunnen vertrouwen. Dat betekent dat, wanneer zich op ons werk ingewikkelde situatie voor doen (en die doen zich vaak voor), wij daarin op onszelf kunnen vertrouwen. We beseffen dat er naar elke situatie door de verschillende collega’s op zeer verschillende manieren gekeken kan worden. Omdat dat meestal zo is, is het verstandig om oplossingen te vinden die de verschillende perspectieven recht doen. Maar dat betekent dat ons perspectief er ook toe doet. Dit is wat er met deze spreuk bedoeld wordt wanneer er gezegd wordt dat er twee getuigen zijn. De twee getuigen zijn wijzelf met ons eigen perspectief, onze eigen visie en de ander of anderen met hun perspectief of visie. Als er in de spreuk gesteld wordt dat we ‘van de twee, aan de ene getuige moeten vasthouden’, wordt er bedoeld dat we in eerste instantie onze eigen inzicht moeten laten prevaleren. De reden om dat in deze spreuk te beklemtonen is dat het bijzonder verleidelijk is om door de opmerkingen van de anderen ons eigen standpunt of inzicht los te laten. Dat kunnen we bijvoorbeeld doen voor ‘de lieve vrede’. Deze spreuk echter neemt he standpunt in dat wij de enige zijn die weten wat goed voor onszelf is, wat de anderen ook zeggen. We moeten daarom onszelf en ons eigen hart vertrouwen. Natuurlijk is het goed om naar de anderen luisteren en samen oplossingen te zoeken, maar het is essentieel dat we in eerste instantie onszelf als de maat nemen. Als we ons op voorhand aanpassen, worden we ongelukkig
Meditatie beoefening is daarbij een beoefening die ons helpt om onszelf goed te leren kennen. Zie daarvoor op deze website shamatha meditatie. Zie op deze website ook het achtergrondartikel ‘vriendschap met onszelf in vier stappen’, waar wordt gesteld dat mediteren ons helpt om vriendschap te sluiten met onszelf. Als we die vriendschap met onszelf gesloten hebben, weten we wat goed voor ons is, Op dat moment kunnen we ons eigen inzicht vertrouwen en naar onszelf luisteren. Het is prima om vanuit dat perspectief het gesprek met de ander aan te gaan.
Spreuk 2: Denk niet na over de tekortkomingen van anderen
Wanneer we geobsedeerd raken door ongewenste handelingen en activiteiten van anderen, helpen we niemand. We helpen onszelf niet en we helpen de ander niet. In het boeddhistisme wordt vaak gezegd dat we, als we over collega’s denken, we meestal de klemtoon leggen op hun problemen en tekortkomingen. een dergelijke perspectief leidt vaak tot roddel en achterklap. Dat is een verspilling van onze tijd. Onze aandacht zou zich ergens anders op moeten richten. Onze aandacht zou zich moeten richten op het bevorderen van de samenwerking met onze collega’s. Of zich moeten richten op het versterken van de professionele cultuur. Wanneer de klemtoon ligt op roddel en achterklap, verdwijnt dat uit beeld. Zie ook met aandacht spreken op deze website. We moeten dat daarom niet doen.
Het is belangrijk bij de afwegingen wat te doen een onderscheid te maken tussen onderzoekend zijn en ons afvragen waarom en hoe bepaalde dingen gebeuren, versus er vooral op uit zijn om de fouten van anderen publiekelijk te bespreken. Zoals altijd komt het verschil erop neer hoe we ons verhouden tot de ander als we die aanspreken. Wanneer we in staat zijn om de ander met een frisse en open blik te benaderen, staan zij waarschijnlijk open voor wat wij te zeggen hebben. Wanneer we de ander benaderen met de toon van wat de anderen allemaal fout gedaan hebben, is de kans op openheid verdwenen. Een basisregel die hier kan helpen om met elkaar een meer professionele cultuur te creëren is dat we met elkaar afspreken dat we niet eerder met anderen over een collega praten als we daar niet eerst zelf met die collega over gesproken hebben.
Spreuk 3: Drijf dingen niet op de spits
Vaak willen we het laatste woord hebben wanneer zich een vervelende situatie met collega’s voordoet (’toch ligt het aan jou’; ‘jij moet je werk gewoon beter doen’). Door dat te doen, proberen we het ongemak van de situatie bij de ander neer te leggen. Helaas leidt dat er vaak toe dat we ons achteraf toch ongemakkelijk voelen. Sterker: we drijven de situatie juist daardoor op de spits. Dat maakt de situatie pijnlijk. Een andere manier waarop we dingen op de spits kunnen drijven en dus pijnlijk kunnen maken, is dat we wegrennen van de dingen die ons bang maken: het sterven van een collega die ons nabij is, de klus die we hadden beloofd te klaren en die we niet geklaard hebben, of gewoon onze onzekerheid die maakt dat we niet weten wat we in specifieke situaties kunnen doen. We sluiten ons dan af. We doen daarna alsof er niets aan de hand is. Of we gaan ’s avonds TV kijken, een film zien, of gewoon veel drinken. Het probleem hier is helaas dat we juist omdat we ons verbergen, we de dingen erger maken. Wanneer we later weer te voorschijn komen, komen de dingen extra hard op ons af. We komen dan de geliefde tegen van de collega die is overleden; of we komen degene tegen voor wie we de klus zouden doen. Op dat moment valt datgene wat we probeerden te vermijden ons extra ruig en pijnlijk op ons dak. In die zin is het beter om de moeilijke onderwerpen direct aan te pakken en dan het liefst met aandacht en op een aardige manier. Soms is het goed ons probleem wat ruimte te geven. Maar meestal is het beter de lastige situatie direct in de ogen te kijken en aan te pakken. Dat is immers wat er is. Daar moeten we het mee doen. Dat is net als bij meditatie: ook daar gaat het erom dat we leren omgaan met wat zich aan ons voordoet. Door dergelijke situaties aan te gaan, drijven we de dingen niet op de spits en maken we de dingen niet pijnlijk, niet voor onszelf en niet voor anderen.
Spreuk 4: Laat je door uiterlijke omstandigheden niet van je stuk brengen
De omstandigheden in ons leven kunnen zeer verschillen: soms hebben we het heel druk, soms niet; soms is er veel spanning, soms niet. Belangrijk is dat we onze meditatie beoefening daar niet van afhankelijk laten zijn. Of we nu ziek zijn of gezond, arm of rijk, een goede of slechte reputatie hebben, in de stress zitten of niet, we kunnen altijd mededogen beoefenen. De richtlijnen vanuit de training in mededogen zijn bijzonder eenvoudig: als de omstandigheden goed zijn, ademen we dat uit; als de omstandigheden slecht zijn, ademen we dat in.
Als spirituele of boeddhistische beoefenaars proberen we het gat te dichten tussen ons spirituele leven en ons werkleven. Dat lukt alleen als we proberen ons werk vol aandacht doen, waar we ook zijn en wat we ook doen. We doen dat niet alleen als we ons goed voelen of als we ons werk leuk vinden. We doen het altijd. De ervaring leert dat wij, als we vooral proberen onze aandacht te ontwikkelen bij de leuke en goede dingen, we zullen ontdekken dat het ons uiteindelijk ook alleen maar lukt die aandacht te verkrijgen bij de goede dingen. Als we onszelf daarentegen ook trainen bij de dingen die minder goed gaan, leren we het ook te doen als de dingen minder goed gaan. De spreuk stelt daarom dat we, ondanks dat onze externe omstandigheden voortdurend veranderen, onze beoefening nooit beïnvloed zou mogen worden door die veranderingen. We zouden daarom moeten proberen om onze ervaringen met meditatie en de intentie van ons mededogen zoveel mogelijk door de dag heen intact te houden. Dat is juist belangrijk als onze omstandigheden rauw en ruig zijn.
Spreuk 5: Verwacht geen applaus
Verwacht niet dat anderen ons zullen prijzen of een toast op ons zullen uitbrengen vanwege alle goede dingen die we doen en gedaan hebben. Reken er ook niet op om eigen voordeel te verkrijgen door bijvoorbeeld op de juiste tijd de juiste dingen te zeggen, met name als we dat niet menen. De reden daarvoor is dat we niet direct uit zijn op ons eigenbelang maar dat we vooral vanuit mededogen als doel hebben om anderen verder te helpen. Als anderen onze bijdragen waarderen, is dat natuurlijk fijn om te horen. Daar bestaat geen twijfel over. Maar verwacht het niet. Om dezelfde reden brengen we onze meditatie ervaringen niet naar ons werk omdat we beroemd willen worden. De reden om het te doen is dat we ook ons werk betekenisvol willen maken, niet alleen voor onszelf maar ook voor anderen. Om dergelijke redenen is het goed om in onze verwachtingen te ontspannen. Natuurlijk vinden we het fijn als anderen onze bijdrage waarderen. Maar dat is geen reden om naast onze schoenen te gaan lopen. Beter kunnen we de loftuitingen waarderen en ons werk weer oppakken zoals we gewend waren. Natuurlijk kunnen we de anderen wel blijven waarderen voor wat zij doen. Ook als we zelf geen applaus verwachten betekent dat niet dat we anderen dat applaus zouden moeten onthouden. Genieten van het goede werk van anderen en dat ook vermelden, is gewoon goed om te doen. Bovendien helpt het de anderen en helpt het een goede collegiale sfeer te creëren. Als we er daarnaast voor zorgen dat we zelf genieten van ons eigen werk en wat we daarin doen en bereiken, is dat een beloning in zichzelf. Dat maakt dat we met plezier naar ons werk gaan.
(Dit artikel is geïnspireerd op een artikel van Lodro Rinzler en op verschillende Lojong teksten. Klik voor dat laatste op Google of YouTube met ‘Lojong’, ‘Seven Points of Mind Training’, of ‘Mind Training’).