Overzicht groep 5: ons mededogen (verder) ontwikkelen
Mededogen is een lastig begrip dat vaak misverstanden oproept. Het is daarom goed daar iets dieper op in te gaan voordat we de werkwijzen rond mededogen inzetten. In onderstaande tekst gebeurt dat. Het gaat dan om vragen als: wat is mededogen? Wat is er nodig om meedogend te handelen? Wat belemmert ons in meedogend handelen? Er wordt in 4 thema’s wat over geschreven. Bij elk van de vier thema’s worden die werkwijzen genoemd die in deze groep op de website te vinden zijn. Hierboven een foto van hoe mededogen onafhankelijk is van religie of kleur met o.a. de Dalai Lama en bisschop Tutu.
1. Wat is mededogen?
Er is een verschil tussen invoelingsvermogen en mededogen. Bij invoelingsvermogen leven we mee met iemand. Met mededogen even we niet alleen mee, we proberen ook iemand te ondersteunen bij het verzachten van het lijden en gedoe. Om dat te kunnen brengen we bij mededogen onderscheid aan in wat er met de ander gebeurt en wat er op hetzelfde moment met onszelf gebeurt. Er is mededogen als er voldoende balans is tussen onszelf en de ander. We kunnen iemand anders ondersteunen als die balans er is. Zie de werkwijze van mededogen in actie, balans tussen onszelf en anderen voor meer informatie. Als we overweldigd raken door het lijden en gedoe van iemand anders, zijn we die balans kwijt en kunnen we niet meer adequaat helpen. Als we te veel op onszelf gericht blijven omdat we ons bijvoorbeeld afsluiten voor de intensiteit van de situatie, raken we de ander kwijt. Ook dan kunnen we niet adequaat helpen.
Om die reden is het belangrijk om, als we mededogen willen inzetten voor het gedoe en lijden van de ander, eerst verbinding te maken met onze eigen ervaring en daarbij te blijven. Dan pas zien we wat nodig is in die situatie en kunnen we helpen. De beoefening van tonglen helpt daar zeer bij.
De volgende werkwijzen uit groep 5 horen hierbij:
- Vrijgevig zijn, de grond van mededogen
- Tonglen, openen voor het lijden van de ander.
- Uitdagende en meedogende vriend(in).
2. Aandacht erbij houden
In onze cultuur worden we overladen met informatie. Het is mogelijk om daardoor het spoor bijster te raken. Om die reden is het belangrijk om regelmatig momenten in te bouwen waar we de ruimte en de tijd nemen om onze aandacht op één ding te richten. Wanneer we dat doen vinden we onze grond terug. Op het goede moment op onze eigen grond staan is de basis van mededogen. Op dat moment staan we namelijk in verbinding met onszelf. Dan zien we beter wat er om ons heen nodig is. Dan weten we beter wat we kunnen doen en kunnen we veel aan.
De volgende werkwijzen uit groep 5 horen hierbij:
- Discipline, verblijven op een koele plaats
- Geduld, wachten tot de ander er klaar voor is
- Vreugdevolle inspanning, appreciatie van de situatie
- Zie ook groep 2, waarin de Shamatha meditatie een belangrijke positie inneemt in het ontwikkelen van aandacht. Klik op overzicht groep 2
- Zie ook de achtergrondinformatie over prajna. Lees met name de 2e en 3e prajna.
3. Ons onze intenties herinneren
Velen van ons hebben een intentie ontwikkeld om anderen te helpen als ze hulp nodig hebben. Dat klopt ook met wie we werkelijk zijn. We hebben immers allemaal een inherent mededogen. Helaas ontdekken we vaak hoe gemakkelijk we onze oorspronkelijke intentie en inspiratie weer verliezen te midden van alle activiteiten in de drukte van alledag. Wanneer we bij die intentie kunnen blijven zal ons dat een diep gevoelde energie en inspiratie geven. Dat houdt ons namelijk verbonden met wie we werkelijk willen zijn, wie we werkelijk zijn. Om die reden is het belangrijk om ons regelmatig onze intentie te herinneren en ons te verbinden met die vriendelijkheid en dat mededogen dat we inherent bezitten.
De volgende werkwijzen uit deze groep horen hierbij:
- Goed in het begin, midden en eind
- Intentie van mededogen voor de dag
- Aspiratie van vriendelijkheid en mededogen
- Vijf spreuken voor versterking van mededogen op ons werk
4. Betrokken raken en laten gaan
Wanneer we eenmaal onze aandacht verzameld en gericht hebben, en onszelf verbonden hebben met de situatie, kunnen we doen wat de situatie werkelijk helpt. Als we dat doen helpen we vanuit onze eigen gegrondheid en integriteit. Of we wel of niet besluiten om iets te doen, we kunnen onszelf in elk geval vertrouwen in overeenstemming met wie we werkelijk zijn. Hiermee zijn we ons meer bewust van wanneer we in overeenstemming met onze eigen waarden handelen en wanneer we daarvan afwijken. Ook weten we dan beter wanneer we onze ondersteuning kunnen afsluiten of onze ondersteuning nog beter even kunnen aanhouden. Als we gedaan hebben wat we moesten doen, is het goed om de situatie los te laten en door te gaan met ons eigen leven.
De volgende werkwijzen uit deze groep horen hierbij:
- Goed in het begin, midden en eind (vooral het eind)
- Intervisie met behulp van lichaam, spraak en geest
- Zie ook groep 7, vol aanwezig zijn (klik op overzicht groep 7)
Mede door deze toelichting zijn wij in staat bovenstaande in praktijk te brengen. De verschillende werkwijzen die in deze groep genoemd worden, kunnen daar zeer bij helpen.