Kennis verwerven met de drie prajna’s
Bij kennisverwerving kunnen we gebruik maken van de drie prajna’s. Het is mogelijk deze combinatie een boeddhistisch geïnspireerde leer- of verwerkingsstrategie te noemen. Verschillend met de meeste leer- of verwerkingsstrategieën is dat het hier niet alleen gaat over het verkrijgen van kennis in het hoofd (conceptuele kennis), maar ook om kennis die betekenis voor ons heeft, bij ons hoort, ons hart raakt. Hieronder volgt een toelichting op de drie prajna’s. Daarna volgen wat algemene studeeradviezen. Die sluiten direct aan bij de eerste prajna.
De drie prajna’s
De drie prajna’s bestaan uit luisteren of studeren (1), contempleren/reflecteren (2) en mediteren (3). Wanneer we ons kennis eigen gemaakt hebben met behulp van deze drie prajna’s, kunnen we die inzetten in ons dagelijks leven of werk.
De eerste prajna
De eerste prajna is luisteren. In de boeddhistische tradities werd kennis vroeger mondeling overgeleverd van leraar naar student. Tegenwoordig zouden we deze prajna daarom eerder studeren noemen. Het helpt ons om actief tot begrip te komen. Maar luisteren kan daar ook in deze tijden zeker een onderdeel van zijn. De eerste prajna leidt vooral tot conceptuele kennis, tot kennis die in ons hoofd zit, tot kennis die we ‘uit het hoofd’ geleerd hebben. Daaronder valt feitenkennis, kennis over handelwijzen of kennis over de boeddhistisch geïnspireerde werkwijzen zoals die op deze website worden aangeboden. Daaronder valt ook kennis over welke stad de hoofdstad van Frankrijk is, hoe we een kopieermachine kunnen bedienen, dat we de vierdeling in werkwijzen kennen en we ongeveer weten wat de drie prajna’s inhouden. Deze kennis hebben we verkregen door te luisteren naar anderen, door te lezen en daarna door onze aantekeningen nog een keer door te lopen en te proberen die te begrijpen. Deze kennis kan heel precies zijn. De eerste prajna veronderstelt dat we bereid zijn die kennis tot ons te nemen: dat we bereid zijn echt te luisteren, dat we bereid zijn te studeren om iets precies te begrijpen. Het is daarbij de bedoeling dat we er niet op uit zijn om meteen iets van te vinden van waar we naar luisteren of wat we bestuderen. We zijn er op uit om te begrijpen wat er bedoeld wordt. Het gaat dan niet om of we iets met die kennis kunnen, het gaat erom dat we die begrijpen. Daar moeten we wel voor gemotiveerd zijn. Zie de foto hierboven.
Tot begrip komen
Begrijpen, tot begrip komen is daarmee een doel van de 1e prajna. In veel spirituele tradities vroeger (soms nog steeds) werd de klemtoon vooral gelegd op uit het hoofd leren als belangrijke vaardigheid. In onze Westerse cultuur ligt de klemtoon meer op gedeeltelijk begrip om het pas daarna uit het hoofd te leren.
Het bestuderen van een tekst
Als we op deze wijze willen studeren en we bijvoorbeeld een tekst willen begrijpen, worden er in de boeddhistische traditie vier stappen gevolgd. deze vier stappen zijn ook vaak (min of meer) een onderdeel van begrijpend lezen zoals leerlingen en studenten dat op school leren. De vier stappen zijn:
- Verdeel de tekst (of …) die geleerd moet worden in verschillende onderdelen, afhankelijk van de logica van wat gepresenteerd wordt, of bijvoorbeeld van de kopjes in de tekst. Bestudeer in deze stap de tekst alleen om de logica van die tekst te begrijpen, zowel binnen een onderdeel als over de onderdelen heen (de verbanden tussen onderdelen). Herhaal dit steeds maar weer. Maak eventueel een overzicht wanneer visualisaties op papier goed werken. De metafoor voor deze stap is ‘een leeuwensprong (a lion’s leap)’: in grote lijnen de opbouw van de tekst leren kennen door de tekst globaal te bekijken.
- Probeer, na de eerste stap, zonder naar de tekst te kijken een gevoel voor de tekst te krijgen. Het belangrijkste is een algemeen gevoel voor de tekst te krijgen en niet in te gaan op specifieke betekenissen van woorden. De metafoor voor deze stap is ‘jezelf van het papier, van de woorden losweken’ of ‘beginnen op te stijgen’
- Na wat zelfvertrouwen ontwikkeld te hebben over de tekst, keer dan terug naar specifieke onderdelen van de tekst en specifieke woorden die in de tekst gebruikt worden. Deze stap kan zeer goed in kleine groepen plaats vinden van bijvoorbeeld 2 – 5 mensen. Eén persoon leest een stukje van de tekst voor, de ander een ander stukje van de tekst. Als er vragen zijn, kunnen die besproken worden. Als het boeddhistische of boeddhistisch geïnspireerde teksten zijn kan de tekst aan het eind ook samen gelezen worden. De metafoor voor deze stap is ‘de stap van de schildpad (a turtle’s approach)’, stap voor stap door de stof heen gaan. Probeer daarbij de grote lijn uit de eerste stap vast te houden.
- Aan het eind wordt aangeraden om nogmaals in grote lijnen door de stof te gaan. De metafoor voor deze stap is ‘de tweede leeuwensprong’: opnieuw in grote stappen door de stof om te kijken of we de stof nu in samenhang kunnen zien. Wanneer we de grote lijnen snappen, we de samenhang zien tussen de onderdelen, is er begrip. Meestal is het pas zinvol om dingen uit het hoofd te leren als er eerst samenhang is. Dan wordt er in verband geleerd. het is dan ook gemakkelijker om het uit het hoofd te leren.
De tweede prajna
De tweede prajna staat voor contemplatie of reflectie. Door te contempleren, te reflecteren, te schouwen, te mijmeren dringt het geleidelijk tot ons door waar we naar geluisterd of wat we bestudeerd hebben. De kennis, verworven bij de eerste prajna, wordt door contemplatie verinnerlijkt. Door dat te doen begint het geleidelijk tot ons door te dringen wat we met die kennis kunnen. Bij contempleren gaan we na welke betekenis bepaalde kennis voor ons heeft. Deze prajna maakt ons duidelijk wat belangrijk voor ons is. Daardoor weten we preciezer waar we naar toe willen, en kunnen we de eerste stappen zetten om met deze kennis aan de gang te gaan. In de Westerse leerpsychologie zou je deze prajna integeren kunnen noemen. Integreren staat voor nieuwe kennis koppelen aan al aanwezige kennis (voorkennis). Het verschil met de meeste Westerse psychologie is dat het hier niet alleen gaat om integratie in ons hoofd maar ook integratie in ons hart. De werkwijze van analytische meditatie op deze website wordt in het boeddhisme gezien als een belangrijk onderdeel van de 2e prajna. Als we de tweede prajna toepassen op bijvoorbeeld het bestuderen van de verschillende werkwijzen, weten we na afloop beter welk specifiek onderdeel van de verschillende werkwijzen betekenis voor ons heeft. Dan weten we hoe we de eerste stappen kunnen zetten om de onderdelen van die werkwijze in praktijk te brengen.
De derde prajna
Bij het derde prajna gaat het om het in praktijk brengen van wat we geleerd hebben, om het te gebruiken in ons dagelijks leven. Deze prajna wordt in het boeddhisme meditatie genoemd. Het gaat hier wel om meditatie in actie. Waar we in de eerste twee prajna’s hebben leren kijken, beginnen we te lopen. We weten nu ook waar we naar toe kunnen lopen. Als de verworven kennis volledig tot ons is doorgedrongen, volledig is verinnerlijkt, gaat dat vanzelf. Dat is ook waarom hier het woord meditatie gebruikt wordt. Meditatie betekent ‘in het midden zitten’, ‘vertrouwd zijn’. Als de kennis vertrouwd is, we de kennis verinnerlijkt hebben, we ons de kennis hebben eigen gemaakt, dan gebruiken we de kennis vanzelf als het nodig is. De kennis wordt dan natuurlijk ingezet dat we niet eens meer beseffen dat we die inzetten. Het is een kwaliteit geworden waarbij wij zelf nog nauwelijks (bewust) een rol spelen. We doen met die kennis dan wat nodig is om te doen. Deze derde prajna wordt om die reden ook wel beschreven als beste kennis, als innerlijk weten. Hiermee kunnen we direct doen wat nodig is, het goede doen. Als de kennis boeddhistisch geïnspireerd is, zal het ook altijd gaan om het goede te doen voor anderen.
De drie prajna’s tezamen
De drie prajna’s tezamen maken dat we zien waar we naar toe kunnen gaan én dat we weten hoe we dat kunnen doen. De kennis die de drie prajna’s nastreven, is kennis die ons in ons hart raakt en die we direct kunnen toepassen. Daarom hebben we de drie prajna’s tezamen nodig. Anders gezegd: de drie prajnas tezamen brengen ons van ons hoofd naar ons hart. Waar we in de eerste prajna proberen te begrijpen, brengen we het bij de derde prajna in praktijk. We begrijpen het dan niet alleen cognitief maar ook van binnenuit. Daardoor kunnen we er naar handelen. De tweede prajna brengt bij ons de betekenis van de kennis aan. Bovendien koppelt die de nieuwe kennis aan ons al bestaande voorkennis. Daarmee slaan we de nieuwe kennis gemakkelijker op in ons geheugen. De eerste prajna is verwant met conceptueel kennen. De derde prajna is verwant met perceptueel kennen. Over deze twee vormen van kennen is meer te lezen in perceptueel en conceptueel kennen.
Adviezen om met aandacht te studeren
Om je kennis eigen te maken, is het belangrijk met aandacht te leren. Om dat leren praktisch te maken volgen hieronder een paar adviezen. De meeste adviezen zijn vooral bruikbaar bij de 1e prajna, een aantal van de adviezen is ook bruikbaar bij de 2e en 3e prajna. Probeer ze maar eens uit.
- Ervaar je lichaam als je je voorbereid om te gaan lezen, schrijven of studeren. Zit even op de stoel voordat je begint en voel de raakpunten van je lichaam met de stoel, voel je handen op de tafel of het boek, voel de voeten op de grond. Doe dit ook regelmatig even tussendoor. Zie ook de contemplatieve werkwijzen van shamatha meditatie of met aandacht zitten, lopen en staan op deze website. Zie ook de boeddhistische geïnspireerde werkwijzen van korte pauzes in de dag creëren, snelheidsvertragingen inbouwen en stop, ontspan, kijk.
- Schrijf en lees in volle aanwezigheid. Stop zo nu en dan even om te kijken hoe je ervoor staat. Wanneer je je realiseert dat je leest of schrijft, ben je aanwezig. Als je je lichaam op de stoel voelt zitten, ben je aanwezig. Als je in gedachten verzonken bent, ben je niet aanwezig. Als je beseft dat je aan het studeren bent, ben je wel aanwezig
- Voel regelmatig even de staat van geest. Ben je gehaast? Slaperig? Angstig? Stel eventueel je weerstand tegen het studeren vast. Oordeel niet.
- Stel op vriendelijke en oordeelloze wijze vast wanneer je geest, je denken, op hol slaat. Dat gebeurt wanneer je overal mee bezig bent behalve met studeren. Het is natuurlijk om regelmatig af te dwalen. Vanuit boeddhistische geïnspireerd standpunt is het belangrijk dat niet te veroordelen maar oordeelloos vast te stellen, en vriendelijk terug te keren naar de taak. Je aandacht richten is een training. Het spreekt vanzelf dat dit gemakkelijker is als de taak interessant is. Desalniettemin: het is een training.
- Ontwikkel rituelen om je studie mee te beginnen en mee te eindigen. Voorbeelden: een paar keer klikken met je balpen, even 1 minuut checken hoe je ervoor staat aan begin en einde (zie 1), een kop thee voor en aan het eind van een studieperiode, het gewicht voelen van een boek in je handen, etcetera. Door de rituelen wordt je je bewuster dat je aan het studeren gaat, respectievelijk gestudeerd hebt.
- Pauzeer regelmatig tijdens het studeren, schrijven of lezen om even te voelen hoe je lichaam ervoor staat. Voel je handen op het boek of de tekst, voel je handen op het toetsenbord, voel je voeten op de grond, voel je achterste op een stoel. Beweeg even handen, voeten en hoofd terwijl je blijft zitten. Of loop even een snel rondje voor je weer gaat.
- Geef jezelf tijd om aantekeningen te maken als je een relatie ziet tussen wat je bestudeert en je persoonlijke leven. Het kan gaan om momenten van inspiratie, betekenisvolle verbindingen, vragen die bepaalde delen van de tekst oproepen of wat dan ook. Door jezelf deze tijd te geven, wordt het duidelijker hoe het materiaal je aanspreekt. Dit kost meer tijd maar maakt het uiteindelijk gemakkelijker en betekenisvoller om te leren.
- Sta jezelf toe om zo nu en dan diep in gedachten verzonken te zijn over een onderdeel van de tekst. Dat betekent dat je de tekst of onderdelen van de tekst aan het verwerken bent (contempleren of reflecteren, 2e prajna. Ook analytische meditatie is onderdeel van de 2e prajna). In de boeddhistisch geïnspireerde visie is het geen enkel probleem om zo nu en dan uit het raam te kijken als verwerkingssstrategie.
- Deel wat je geleerd hebt met anderen. Geef het eigenaarschap van je eigen studie op. Werk samen. Dat helpt. Bovendien helpt uitspreken wat je geleerd hebt om iets beter te onthouden.
- Neem regelmatig pauze, maak een kop thee, strek je even uit, beweeg, of check hoe je ervoor staat. Zie korte pauzes in de dag creëren op deze website (net als bij 1.).