Perceptueel en conceptueel kennen
In het boeddhisme worden twee soorten van kennen of kennisverwerving onderscheiden. Dat zijn perceptueel en conceptueel kennen. Het herkennen van deze twee vormen van kennen helpt ons om een boeddhistisch geïnspireerd of spiritueel pad beter te lopen.
Perceptueel en conceptueel kennen
Perceptueel kennen
Perceptueel kennen is kennen via de directe ervaring. Het is wat we direct meemaken. Het gaat om bekend zijn met, vertrouwd zijn met, kennen via ervaring. Zo weten wie iemand is door zijn of haar gezicht te zien of de stem te horen, zonder dat we dat gezicht of die stem kunnen beschrijven. Zo voelen we redelijk snel of iemand ons ligt (alhoewel dat over de tijd heen kan veranderen als we iemand beter leren kennen). Zo ervaren we de geur van ons eten, de smaak van een snoepje en weten we wat het is. Dit is een manier van kennen die plaats vindt zonder concepten en dus zonder taal. Die vorm van kennen is vaak direct omdat die voortkomt uit de eigen ervaring. Die ervaring is te vinden in ons lichaam. Een tweede kenmerk is dat dit kennen altijd in het hier en nu plaats vindt. Op het moment dat we ons iets herinneren of iets van plan zijn is het al conceptueel geworden.
Conceptueel kennen
Conceptueel kennen gaat om kennen met behulp van een begrippenkader. We creëren met behulp van taal (concepten) een (mentale) situatie. Daarmee proberen we de wereld te begrijpen. Met dat begrippenkader proberen we de wereld en onszelf te begrijpen, te leren kennen. Soms echter denken we dat ons begrippenkader de wereld representeert. Op dat moment zien we niet dat anderen met een ander begrippenkader werken. Conceptueel kennen gaat daarmee niet over hoe de wereld er echt uit ziet. Het is ons idee van, onze opvatting over hoe wij die wereld zien. Deze vorm van kennen gaat daarom altijd via het hoofd.
Deze kennis heeft ons in de afgelopen eeuwen veel opgeleverd. Dankzij deze kennis kunnen we vliegen, autorijden, maken we gebruik van internet, mailen we, bellen we mobiel, skypen of facetimen we, enzovoort. Een kenmerk is dat deze vorm van kennen is dat die vrijwel altijd over vroeger (het verleden) of over straks (de toekomst) gaat. Het gaat nooit over nu. Op het moment dat we bijvoorbeeld concepten ontwikkelen over onze directe ervaring, is die ervaring al verleden tijd.
Perceptueel, conceptueel kennen en de drie prajna’s
Het is mogelijk beide vormen van kennen te verbinden aan de drie prajna’s, die ook op deze website worden besproken. Zie de tekst over de drie prajna’s. Perceptueel kennen is direct gekoppeld aan de derde prajna, conceptueel kennen is direct gekoppeld aan de eerste prajna. De tweede prajna verbindt beide vormen van kennen. Dat gebeurt o.a. door middel van analytische meditatie, een werkwijze die ook op deze website wordt besproken.
Conceptueel kennen, voor- en nadelen
Ons denken vindt vrijwel altijd plaats met behulp van taal of begrippen. Dit is de manier waarop ons denken, onze wetenschap, ons kennen in het Westen vooral is opgebouwd. Kijk maar hoe ons onderwijs is ingericht. Perceptueel kennen heeft daarom in het Westen minder status gekregen dan conceptueel kennen. Dat is niet geheel terecht. De conceptuele wijze van kennen heeft ons veel verhelderd maar belemmert ook een aantal dingen.
Conceptueel kennen werkt belemmerend als we ons begrippenkader zo belangrijk maken dat we een directe ervaring niet toelaten wanneer die ons ook maar even in de war brengt. Op dat moment krijgen we geen verbinding met de directe ervaring. Wanneer we niet bereid zijn ons begrippenkader op te geven, nemen we de wereld alleen en vooral waar vanuit dat kader en gooien we alles eruit wat er niet in past. We ontkennen dan het belang van de directe ervaring, omdat het niet hoort, niet past. Dan missen we veel. Dan missen we de directe ervaring van de zintuigen: de geuren van eten, de geluiden van de stad, de smaken van wijn, de tastzin van mooie stoffen, en het directe zien van hoe iemand ervoor staat.
Conceptueel kennen is verhelderend als we met behulp van taal en begrippen in staat zijn om onze ervaringen achteraf of vooraf te beschrijven. Dan snappen we beter waarom er gebeurd is wat er gebeurd is of snappen we wat er kan gaan gebeuren. Door ons begrippenkader wordt de wereld hanteerbaarder.
Perceptueel en conceptueel kennen in combinatie
Er bestaat een mooie relatie tussen perceptueel en conceptueel kennen, tussen direct ervaren en denken. Beide vormen van kennen steunen elkaar. Zo kunnen we een directe ervaring opdoen om dat later met behulp van concepten een plek geven. Of andersom. Of we kunnen naar aanleiding van een directe ervaring onderzoeken of onze theorie over de wereld wel klopt. We moeten dan wel bereid zijn onze theorie op te geven als dat nodig is.
Er is ook nog een ander moment waarin beide vormen van kennen elkaar ontmoeten. We kunnen namelijk ook ons denken perceptueel waarnemen. Dat is een bijzonder kenmerk van ons mensen. Zo kunnen we over iets mijmeren om ons plots te realiseren dat we mijmerden. Het moment dat we ons realiseren dat we mijmerden of over iets dachten, is een moment van perceptueel kennen.
Ons conceptuele denken leren zien is een belangrijke doel van meditatie. Als we dat kunnen, zijn we in staat om onderscheid aan te brengen tussen ons denken (altijd over verleden of toekomst) en onze directe ervaring (hier en nu). Dan zijn we ook in staat om te beslissen of we doorgaan met denken of dat we ontspannen in het directe moment, de directe ervaring van nu. Zie bijvoorbeeld de werkwijzen van shamatha meditatie als basis of stop, ontspan, kijk op deze website.
Een spiritueel pad
De essentie van een boeddhistisch geïnspireerd pad is om open te waarnemen, open te ervaren. In openheid zien we hoe de wereld er om ons heen werkelijk uitziet. Ook zien we in die openheid hoe ons eigen denken daarin een rol speelt. We zien dan bijvoorbeeld hoe we onze gedachten op de wereld projecteren. Als we in verwarring zijn, gebeurt dat niet. We verwarren dan een directe ervaring met de gedachte over die directe ervaring; of we verwarren de directe ervaring met de emoties over die ervaring. Het onderzoeken van een dergelijke verwarring is kenmerkend voor een spiritueel pad. De beoefening van meditatie speelt in dat onderzoek een belangrijke rol. Pas wanneer we snappen hoe we onze verwarring en dus ook ons lijden en gedoe creëren, zijn we in staat om een heldere, directe blik op de wereld en onszelf te ontwikkelen. Zoals een helder bergmeer de omgeving helder weerkaatst. De beoefening van meditatie en de ontwikkeling van vriendelijkheid spelen daarbij een belangrijke rol.