Selecteer een pagina
Verblijven op een koele plaats| Toegepast Boeddhisme

Discipline: verblijven op een koele plaats

Het woord discipline heeft in onze cultuur een andere betekenis dan in het boeddhisme. Bij het woord discipline denken we in het Westen vaak aan regels, gehoorzaamheid en/of straf. Als boeddhistisch geïnspireerde werkwijze verwijst het begrip discipline vooral naar innerlijke discipline. Daar gaat het om die houding die onze aandacht en ons gewaarzijn bevordert. Die discipline is gericht om het voor onszelf en onze omgeving zo goed mogelijk te hebben. Die discipline wordt ingezet met kennis, wijsheid en ruimte. Zonder die kennis, wijsheid of ruimte is discipline star en onbuigzaam. Dan wordt het tucht en gehoorzaamheid. Dat is hier juist niet de bedoeling.

Koele plaats en innerlijke rust

Discipline als boeddhistisch geïnspireerde werkwijze is op verschillende manieren te omschrijven. Een omschrijving die hier bijzonder aanspreekt is die van een ‘koele plaats’. Dat is wat discipline in het Sanskriet ook betekent (Sanskriet: shila). Een koele plaats is het tegenovergestelde van een plaats waar het heet, intensief of druk is. Een koele plaats is bijvoorbeeld een plekje aan het water of in de schaduw van een boom. Het liefst ook nog met een koel briesje. Op bijvoorbeeld een hete dag zoeken we een koele plaats door onze activiteiten naar de vroege ochtend of de late middag te verplaatsen zodat we de hitte ontlopen.
Een koele plaats is een metafoor voor een plek waar we tot rust komen. Vrijwel alle spirituele tradities kennen die plaatsen, bijvoorbeeld een klooster of kerk. De veronderstelling is dat we dichterbij onszelf kunnen komen wanneer zich minder intensieve, minder ‘hete’, minder wereldlijke problemen om ons heen bevinden. Natuurlijk kunnen we ons ook wat beperkt voelen omdat veel niet is toegestaan. Maar de ervaring leert dat veel mensen op zo’n koele plaats tot zichzelf komen omdat er minder afleiding is
Op dezelfde manier zoeken wij vaak in ons dagelijks leven ook zo’n plek, ook al is dat niet in een klooster. Dat kan een rustige zondagochtend thuis zijn, een bezoek aan de kerk of spiritueel centrum, of in de Joodse traditie het houden van een sabbatdag. Of we schakelen op een willekeurige avond de mobiel uit om een rustig moment te creëren. Ook onze dagelijkse meditatie kan worden tot een koele plaats, zeker als we wat meer ervaring met meditatie hebben. Een koele plek op deze manier omschreven is een plek met een bepaalde mate van innerlijke rust.

Koele plaats creëren

Het is gewenst dat we die innerlijke rust regelmatig creëren. Dat is hier de omschrijving van discipline. Dat kan op ons werk, ook al zal dat daar vaak maar kort zijn. We kunnen op weg naar de lunch even stoppen, rechtop staan, diep ademhalen, onze voeten op de grond voelen en tot rust komen. Om dan weer verder te lopen. We kunnen tussen twee telefoontjes door even stoppen met onze activiteiten en ervaren hoe we ervoor staan. We kunnen voor de computer zittend, even onze billen op de stoel voelen en onze handen op het toetsenbord. We kunnen in de vroege ochtend de tijd nemen om zowel onze boterhammen te smeren als om tegelijk wat aandacht te geven aan onze huisgenoten. Beoefeningen als met aandacht zitten, staan, lopen of liggenstop, ontspan, kijk; korte pauzes in de dag creëren; met aandacht eten; of snelheidsvertragingen inbouwen kunnen daarbij helpen.
Op deze manier discipline vormgeven is een manifestatie van vertrouwen in onszelf: we kunnen dit. We kunnen ons leven met aandacht en gewaarzijn leiden. We zijn daartoe in staat. Op deze manier krijgen we ook vertrouwen in onze omgeving: ook zij zijn daartoe in staat. We hoeven ons niet voortdurend om hen te bekommeren. Met deze discipline, werkend vanuit een koele plaats, scheppen we ook een balans tussen wat wij vinden dat er moet gebeuren en de aandacht bij wat we nú aan het doen zijn: eten, het pakken van de tas, een belangrijke bijeenkomst bijwonen. Zo omschreven is discipline een plek waar we tot rust komen en goed kunnen overzien wat er gedaan moet worden. Deze vorm van discipline werkt bevrijdend omdat het ons leven eenvoudiger en directer maakt.

Een voorbeeld: opruimen
‘Me realiserend dat discipline te maken heeft met innerlijke rust heb ik een week lang geprobeerd om alles in huis op te ruimen. Zo waste ik na het eten eerst af voordat ik wat anders ging doen. Het is verrassend om door een huis te lopen dat helemaal is opgeruimd. Omdat ik het vaak druk heb deed ik dat niet vaak. Maar deze week heb ik het echt geprobeerd. Het grote verschil is aandacht. Een opgeruimd huis klopt meer met een leven in aandacht zoals ik eigenlijk graag wil leiden. Ik heb besloten dit regelmatig te gaan doen. Ik ga het nog niet elke dag doen. Dat wordt te veel. Misschien later.’

Het goede doen

Naast de bovenstaande omschrijving is discipline ook te omschrijven als het goede doen: het goede voor onszelf doen en het goede voor anderen. In deze omschrijving is discipline een vorm van ethiek. Het kent richtlijnen voor een goed leven. Daarbij gaan we op de juiste wijze met de situatie om waar we in zitten: we doen wat geëigend is voor die situatie. Dat is onze grond. Zo gebruiken we bij de meditatie de basistechniek van aandacht voor onze ademhaling of we proberen dat zo integer mogelijk te doen. Zo gedragen we ons op een juiste manier op een receptie. Of gaan we op bed liggen als we ziek zijn. Dan excuseren we ons. Dan stoppen we ook met de dingen doen die we eigenlijk van plan waren. Dat is iets heel anders dan door blijven gaan omdat we ons dat nou eenmaal hebben voorgenomen. Discipline is daarmee heel praktisch, heel gegrond, heel ‘hier en nu’. Met discipline creëren we voorspelbaarheid voor onszelf en onze omgeving. We laten ons niet direct meer leiden door de stemmingen van het moment. We worden betrouwbaar. Discipline is daarmee het tegenovergestelde van slordigheid, onzorgvuldigheid, en gebrek aan aandacht.

Vijf voorschriften

In het boeddhisme is discipline als ethiek vaak verbonden met de vijf voorschriften (’the five precepts’). Deze vijf voorschriften zijn:

  1. Niet doden. Dit voorschrift sluit direct aan bij ‘Gij zult niet doden’. Dit voorschrift roept ook veel discussie op: kunnen we vlees blijven eten als we beseffen dat we daarvoor ook dieren doden?
  2. Niet stelen. Dit voorschrift gaat over dat we niet mogen pakken of gebruiken als het ons niet wordt aangeboden. Ook dat is een interessant voorschrift. Soms is het iets om over na te denken: wat doen we als we iets op straat vinden?
  3. Geen misbruik maken van seks. Dit voorschrift houdt in dat we alleen seks met onze partner hebben als we het erover eens zijn en het ervoer eens zijn hoe we rekening met elkaar houden.
  4. Niet liegen. Dit voorschrift gaat erover dat we geen onwaarheden vertellen aan anderen of over anderen. Interessant bij dit voorschrift is de discussie over een leugentje om bestwil. Is dat nog toegestaan?
  5. Geen handelingen verrichten, gebaseerd op verslavingen. Dit voorschrift houdt in dat we afzien van verslavingen. Dat is een breed begrip. Denk ook aan het elke avond TV-kijken of aan het langdurig doen van computerspelletjes. Dan is de verslaving aan alcohol, sigaretten roken of cocaïne nog niet eens genoemd.