Selecteer een pagina
Met aandacht lopen | Toegepast Boeddhisme

Een gezonde omgeving

Deze werkwijze gaat het creëren van een gezonde situatie, een gezonde omgeving. Een gezonde omgeving is een omgeving waarin een zieke ziek, een verlegen iemand verlegen, een stervende stervend, een kind kind (zie de foto) en een gastvrij iemand gastvrij mag zijn. We kunnen ‘gezond’ ook vervangen door begrippen als kalm, vredig of rustig. Door met alle aanwezigen een gezonde, vredige en alerte positie in te nemen creëren we die omgeving waarin iedereen zichzelf mag zijn. Zo’n omgeving is belangrijk. Zo’n omgeving ontstaat als wij vol en open aanwezig zijn, we niets iets zeggen als dat niet nodig is, niet praten omdat we de stilte niet kunnen hanteren, en goed kijken wat nodig is en doen dat ook. We kunnen dat als we goed gegrond, ontspannen en alert zijn. 

Zo’n omgeving is er niet altijd. Dat komt omdat we niet altijd open staan voor degenen die er zijn. We sluiten ons soms ook voor sommige mensen af, of we weren ze, welke reden we daar ook voor hebben. 

Over een niet gezonde omgeving

Veel omgevingen kennen vormen van agressie, van onszelf afweren, onszelf verdedigen, aanvallen, zaken anders voorstellen dan ze zijn, manipuleren, …. Ook is het mogelijk dat we sommige mensen voortrekken, ons bij sommige mensen aansluiten, soms roddelen over de ander. Bij dergelijke houdingen nemen we in de boeddhistische of spirituele visie de mensen niet voor wat ze zijn. We zijn er op gericht om sommigen die aanwezig zijn toe te laten, anderen buiten te houden en bij sommigen doen of onze neus bloedt. Deze houding impliceert dat we niet aan de wereld deelnemen zoals die zich aan ons voordoet. 

Het spel van aantrekken, afstoten en onverschilligheid dat daarbij speelt kan heel direct zijn. We kunnen bijvoorbeeld tegen iemand zeggen dat die niet welkom is; we kunnen iemand uitschelden; we kunnen de deur voor iemand dicht gooien; we kunnen tegen een zieke zeggen dat die zich aanstelt; we kunnen net doen alsof een bepaald iemand niet aanwezig is; we kunnen vertrekken zonder anderen goedendag te zeggen; … Er zijn mogelijkheden genoeg om dat vorm te geven. 

Het spel van aantrekken, afstoten en onverschilligheid kan ook indirect zijn. We kunnen bijvoorbeeld met iemand op vriendelijke wijze contact maken om deze daarna te manipuleren – een vorm van (honingzoete) afweer; we kunnen iemand ongevraagd overladen met een overdaad aan zorg of liefde of voedsel – een vorm van verstikking; we kunnen de situatie van iemand die ziek is negeren door te dat er door de positieve ontwikkelingen bij de medici het vast weer goed zal komen – een vorm van ontkenning. Mogelijkheden genoeg. 

Al deze uitingen zijn een gebrek aan erkenning van de situatie op dat moment en een gebrek aan gevoeligheid voor de situatie. Natuurlijk zijn er redenen om ons zo te gedragen: ‘ik weet me geen raad, maar ik moet wel iets zeggen; de situatie is met te intensief; ik ben te moe; ik heb vandaag al genoeg op mijn brood gehad; …’. 

Echter … veel mensen zijn gevoelig voor de sfeer om hen heen. De meeste mensen zijn daar uiterst intelligent in. Daarom worden subtiele of minder subtiele uitingen snel opgepakt. In elk geval zorgt dat ervoor dat veel mensen niet op hun best functioneren, omdat de omgeving hen daar minder toe uitnodigt. Het grootste probleem van dergelijke situaties zou wel eens kunnen zijn dat we dit normaal gaan vinden of er onverschillig voor worden. Als we niet opletten valt een dergelijke omgeving ons niet eens meer op. Zie de voorbeelden. 

Voorbeelden

  1. Een bezoeker van een bijzonder zieke patiënt zei als eerste zin, in de onzekerheid die bij zo’n situatie kan ontstaan: ‘wat erg voor je. Wat ben ik blij dat ik niet heb wat jij hebt’. 
  2. Kortgeleden zat ik met een collega te kijken naar het gedrag van een groep cursisten in de kantine van een ROC. De sfeer was vriendelijk maar anoniem. In elk geval bleek dat de kantine van niemand was. Niemand voelde zich verantwoordelijk, ook docenten die langskwamen niet: kussens en stoelen vlogen daarom door de lucht. Toen de groep vertrokken was, bleef er een behoorlijke puinhoop achter.
  3. In een cafetaria was er geen tot weinig aandacht voor de omgeving. De spullen die klanten achterlieten werden niet opgeruimd; niemand scheen zich er iets van aan te trekken. Het oogde daardoor buitengewoon vies en ongezellig. Nieuwe klanten moesten de spullen van anderen eerst wegzetten voordat ze konden eten. Na enige tijd liet iedereen de eigen spullen staan, waardoor het steeds erger werd.

Uit de twee laatste voorbeelden blijkt er een ongevoelige sfeer, waar niemand zich om bekommerde. In beide gevallen werd de sfeer steeds onaangenamer zijn, mede omdat de puinhoop steeds groter werd. Naar dit soort situaties  is onderzoek gedaan. Zo blijken mensen in een straat die regelmatig geveegd wordt, minder op straat te gooien dan in een straat die vies is. Netjes blijkt kennelijk netjes op te roepen. Van vriendelijkheid was dat ook al bekend. Als we vriendelijk zijn voor anderen, levert dat meer vriendelijkheid op. Op dezelfde manier levert agressie/afweer meer agressie/afweer op. Het is ook mogelijk dit anders te zeggen: we kunnen er wat aan doen.  

Over een gezonde omgeving

Als we willen helpen om een gezonde omgeving te creëren moeten we beginnen om onze afweer, agressie, onwetendheid achter ons laten. We laten achterwege om ons ongenoegen naar andere mensen over te dragen. In plaats daarvan moeten we onze vriendelijkheid en ons mededogen inzetten, zowel naar onszelf als naar de anderen. Op die manier komen we met onszelf in balans in nabijheid van anderen. We zijn dan veel beter in staat te accepteren wie we voor ons hebben. 

Wij zijn degenen die beginnen

We moeten ergens beginnen. De beste strategie om te beginnen zijn wijzelf. Wij beginnen om vriendelijk te zijn naar anderen. Wij zijn de plek waar we juist invloed kunnen uitoefenen. Als we zouden uitspreken dat anderen eerst aardiger moeten worden terwijl we het zelf niet zijn, worden we uitgelachen. Ook is het zo dat, als wij vriendelijker worden eerst naar onszelf en dan naar anderen, er iets zal veranderen.

Voorbeeld
Een verandering naar meer vriendschap lukt niet als we verwachten dat anderen eerst beginnen. Wij moeten beginnen met bijvoorbeeld de deur voor anderen open te doen. 
De verandering lukt niet met louter organisatorische maatregelen. Als we alleen schema’s, organisatievormen, procedures, nieuwe logboekformulieren, strategieën, regels veranderen, zal er niet veel gebeuren. Ook hebben we geen specifieke modellen nodig om aardiger te worden in bepaalde situaties. Het heeft geen zin om te zeggen dat: ‘bij mij het U-model om vriendelijk te zijn zeker niet goed werkt’.
Ook hebben we om aardiger te worden geen diepgravende analyses over het verleden.
Anders gezegd; we kunnen daarom het beste met onszelf beginnen. Natuurlijk kunnen goede afspraken of organisatorische veranderingen persoonlijke veranderingen ondersteunen.

In de boeddhistische of spirituele visie veranderen we vooral in het hier en nu. We hoeven niet naar het verleden te kijken (dat mag wel) om nu aardiger te zijn. We kunnen in elk geval proberen om gedurende korte periodes  ‘hier’ en ‘nu’ aardiger te zijn. Mocht dat niet bevallen, dan kunnen we er na een tijdje rustig weer mee ophouden. Het gaat ook niet om grote veranderingen. Het gaat om veranderingen als rustiger lopen, met meer aandacht spreken, beter luisteren, beter (rond)kijken en even nadenken (en voelen) voordat we wat zeggen, overleggen in plaats van doordrukken. Zie het grote aantal werkwijzen op deze website.
Omdat de veranderingen niet groot (wel belangrijk) zijn, kunnen we ook spreken over veranderingen die verwant zijn met bijvoorbeeld het verbeteren van onze tafelmanieren. Een gebrek aan tafelmanieren is te zien een gebrek aan bewustzijn over de wereld waar we ons in bevinden. Dat is hetzelfde als bijvoorbeeld het gebrek aan luisteren naar iemand anders. Ook dat is een weerspiegeling van onze situatie. We beseffen op zo’n moment niet hoe belangrijk dergelijke dingen zijn voor anderen. Dat betekent dat we ons bewustzijn en onze aandacht zouden moeten versterken. Dan weten we wie we tegenover ons hebben. Zodra we dat zien ontstaat de gezonde omgeving meteen. 

Aandacht en gewaarzijn versterken

Het versterken van onze aandacht en gewaarzijn kan op vele manieren. Het kan zowel in ons dagelijks leven als op een boeddhistisch of spiritueel pad. 

Dagelijks leven en werk

  1. We kunnen vragen om coaching: gesprekken, visieontwikkeling koppelen aan gedrag, vormen van reflectie leren hanteren, bespreken van incidenten, meer algemeen casuïstiek inbrengen en bespreken, … en feedback. 
  2. We kunnen vragen om feedback van anderen. Met name directe feedback blijkt zeer effectief. Directe feedback vindt in de situatie zelf plaats direct op het moment dat het gebeurt en richt zich (alleen) op gedrag. Feedback kan ondersteund via bijvoorbeeld opnames.  Zie ook de werkwijze van het geven en ontvangen van feedback op deze website. 
  3. We kunnen in ons team met elkaar regelmatig korte evaluaties houden. Of met elkaar situaties bespreken die de kern van ons werk vragen. Of in de pauze vaker met  elkaar over situaties praten. … De incident methode is daarbij een goede aanpak. Vul op Google ‘incident methode’ in voor een verscheidenheid aan methoden. 

Boeddhistisch of spiritueel pad
Wanneer we onze aandacht en gewaarzijn willen versterken gebeurt dat vrijwel altijd via meditatie. We kunnen dat op drie manieren doen, namelijk via ons lichaam, via ons spraak (onze expressie en interactie), via onze geest (ons denken, onze opvattingen, emoties, en ons natuurlijk heldere gewaarzijn), en via een combinatie van deze drie. Zie ook de werkwijzen van intervisie van lichaam, spraak en geest en vol aanwezig zijn op deze website. Die hebben dezelfde grond. 

Ook in het overzicht van groep 7 is daarover iets te vinden. Zie groep 7. Daar staat: “Allereerst is het gebruikelijk om het begrip aanwezigheid toe te lichten met de begrippen lichaam, spraak en geest. We zijn er als ons lichaam, onze spraak en onze geest op elkaar zijn afgestemd. Onder lichaam wordt natuurlijk allereerst ons eigen lichaam verstaan. Vaak wordt er ook verwezen naar de fysieke omgeving om ons heen. Zo is in het boeddhisme leeftijd een onderdeel van lichaam, evenals uiterlijk, fysieke gezondheid, huiselijke omgeving, .. Onder spraak worden onze uitdrukkingen naar en onze interactie met anderen verstaan. Het gaat dan om ons taalgebruik, woordenschat, onze non-verbale uitdrukking (gebaren, bewegen van ogen, fronsen), levendigheid (of saaiheid), onze energie, onze reactie op anderen,  …. Onder geest wordt verstaan wat we denken, voelen, onze emoties, onze spirituele beoefening, wereldbeelden, …  Vol aanwezig zijn betekent dat ons lichaam, en onze spraak en geest op elkaar afgestemd zijn. Dan zijn we vol aanwezig, vol verdrietig, vol blij, vol mededogen, vol vriendelijk.

Vertrouwen in onszelf en anderen

Door deze benadering ontwikkelen we steeds meer vertrouwen in onszelf bij het creëren van een gezonde omgeving. Dit inzicht heeft veel consequenties. Zo veronderstelt vertrouwen in onszelf dat we geen controle hoeven te hebben over anderen. We kunnen eerlijk zijn in wat we zeggen en wat we denken maar realiseren ons tegelijk dat we niet alle oplossingen voor handen hoven te hebben. Datzelfde geldt voor de mensen waar we mee werken of dezelfde klus doen. Ook zij  kunnen vertrouwen in zichzelf ontwikkelen of hebben. Zij kunnen zich op dezelfde manier inzetten. Zij weten of wij eerlijk zijn. Zij kunnen hun eigen intuïtie  vertrouwen. Op die manier kunnen we samen met de anderen zoeken naar hoe we de omgeving een omgeving kunnen creëren waar vriendelijkheid en respect, aandacht en gewaarzijn centraal staan. We kunnen daar allemaal aan bijdragen. Maar laten we vooral zelf beginnen.