Directe omgang met emoties (2)
In omgaan met emoties (1) zijn er drie omgangsvormen met emoties beschreven. De daar beschreven omgangsvormen zijn vooral geschikt voor omgaan met kleinere emoties. Daarnaast bieden ze tevens een opstap om naar onze eigen emoties te kijken. Klik om omgaan met emoties (1) voor een toelichting op die werkwijze. Op deze pagina wordt een vierde omgangsvorm met emoties beschreven. Deze omgangsvorm is ook geschikt voor diverse emoties, maar werkt beter bij heftigere emoties. Het gaat hier namelijk om een directe omgang met emoties. Bij de directe benadering laten we de emoties voor wat ze zijn. Om daarna te proberen ze te ervaren zoals ze zijn. Als het ons lukt dat te realiseren, zal die emotie vrij snel in intensiteit afnemen en zachter worden of oplossen.
Deze tweede omgang met emoties is minder geschikt voor diegenen die snel uit hun evenwicht zijn. Wel is het mogelijk de hier beschreven werkwijze met de hieronder beschreven stappen te oefenen met kleinere emoties. Na de vier stappen wordt toegelicht waarom we de vier stappen niet altijd meteen lukken en we dit regelmatig moeten oefenen om ons de stappen eigen te maken.
Vier stappen
Vooraf de kanttekening dat de vier stappen zich in de praktijk van alledag niet altijd in deze volgorde laten sturen. De werkelijkheid toont zich met name bij heftige emoties op geheel eigen wijze. De stappen geven wel een goede indruk van wat belangrijk is in de directe omgang met emoties.
1. Herkennen dat we geraakt worden.
Wanneer we geraakt worden door een emotie, brengt dat vrijwel altijd meteen allerlei associaties en herinneringen naar boven. Deze roepen gewoontepatronen op, gewoontepatronen die we vroeger getraind hebben. We waren immers gewend om, als we geraakt werden, daar met onze gebruikelijke (vaak) verdedigende manieren op in te stappen. Bij deze stap (en ook bij de tweede stap) proberen we dat proces van het inzetten van onze oude gewoontepatronen te stoppen. Hier gaat het er vooral om dat we herkennen dat we geraakt worden: ‘dat doet pijn; ik word boos; ik voel me te kort schieten.’ Als we dat doen zien we de geraaktheid als een feit in plaats van als een probleem. Wanneer we niet goed getraind zijn, dringt die geraaktheid vaak pas een paar momenten of een paar uur later door. Door er regelmatig aandacht aan te besteden komen we er steeds sneller dichterbij. Ook de beoefening van meditatie helpt ons om even een pauze in te lassen. Dat sluit aan bij de werkwijzen van shamatha meditatie, stop, ontspan, kijk of korte pauzes in een dag creëren op deze website.
2. Afzien van instappen in onze gewoontepatronen.
Vanuit onze gewoontepatronen hebben we meestal een grote urgentie om op de geraaktheid in te gaan. Het lijkt soms wel dwangmatig. We móeten dan in die situatie die bepaalde reactie leveren. Als iemand ons beledigt moeten we vuil reageren; als iemand in zijn of haar taken tekort schiet, moeten we er iets van zeggen. Het belangrijkste kenmerk van deze tweede stap is dat we dit keer aan deze neiging geen gehoor geven. Dat is moeilijk maar belangrijk om te doen. Afzien van reageren is lastig omdat het soms lijkt alsof we daardoor ons hart uit onze emotie halen. Dat is niet zo. Even later zullen we ons hart weer terugvinden. Wat hier gebeurt is dat we een pauze creëren, een opening, wat ruimte temidden van de intensiteit van onze emoties. Die opening hebben we nodig als we op een andere wijze met onze emotie willen leren omgaan. Om dit te laten slagen moeten we goed gemotiveerd zijn. We moeten weten waarom we willen stoppen met onze standaardreacties. Die motivatie, die intentie, wordt met name gestimuleerd als we de nadelen zien van de inzet van onze gewoontepatronen voor onszelf en anderen. We zien dat als we bijvoorbeeld ontdekken dat onze boosheid of irritatie of ongeduld anderen tot last is, waardoor ze zich van ons terugtrekken. We zien dan dat er weinig voordelen zijn aan het inzetten van dergelijke emoties. dat geldt ook voor onszelf.
3. Ontspannen met de onderliggende gevoelde betekenis van de ervaring van de emotie
Bij deze stap is het de bedoeling om te ontspannen in de ervaring van de emotie. Bij de eerste stappen hebben we een inspanning geleverd om niet mee te gaan met onze gewoontepatronen, zodat alleen de directe geraaktheid overblijft. Bij deze stap is het de bedoeling om die geraaktheid direct te ervaren en te voelen. Dat lukt het beste wanneer we onszelf gronden in ons lichaam en daarna ontspannen in de ervaring van de emotie. Op dat moment krijgt die ervaring betekenis. Deze stap is meestal de stap waar we voor weglopen. Deze stap toont ons wat we meestal niet graag willen zien. Deze stap toont ons ons ongemak, onze geraaktheid. Deze stap is daarom de stap die moed van ons vraagt. Bij deze stap kijken we namelijk naar wat er werkelijk aan de hand is. Daarin ontspannen is essentieel. Bovendien blijkt vaak dat het meevalt: in de meeste gevallen wordt onze geraaktheid en de bijbehorende emotie zachter wanneer we deze direct onder ogen zien. In elk geval ontstaat een gevoel van ruimte. Deze stap sluit direct aan bij de werkwijze van vol aanwezig zijn op deze website. Bij die werkwijze wordt ook gesproken over hoe we onze eigen innerlijke vriend(in) zijn.
4. Loslaten
Bij de laatste stap is het advies om de ervaringen bij de eerdere drie stappen los te laten. Bij deze stap rusten we even in wat deze oefening ons heeft opgeleverd. Laat gaan. Laat de verhaallijnen rond de emotie los. Rust. En ga even later verder met de dingen van alledag.
De vier stappen tezamen zijn bijzonder krachtig. Ze zijn op het moment zelf ongemakkelijk maar op termijn minder ongemakkelijk dan de problemen die we in onze omgeving en onszelf creëren wanneer we dit niet doen. De situatie om ons heen wordt hier gezonder door.
De vier stappen lukken niet meteen
Er zijn twee redenen waarom het inzetten van de vier stappen niet altijd direct lukt en waarom we de stappen vaak moeten oefenen.
- Allereerst staan onze gewoontepatronen ons in de weg. We hebben onszelf immers tijdens ons leven goed getraind om met specifieke emoties op een specifieke manier om te gaan. Doet doen we niet voor niets. We deden dat omdat we bijvoorbeeld bepaalde gevoelens niet wilden ervaren of niet onder ogen wilden zien. Als we dat om dergelijke redenen gedaan hebben, is het ook moeilijk die aangeleerde gewoontepatronen weer los te laten. Maar tegelijkertijd is het ook mogelijk om ons te realiseren dat die oudere gewoontepatronen ons vandaag aan de dag wel eens minder zouden kunnen helpen dan dat ze ons vroeger deden. We zijn immers veranderd in vergelijking tot vroeger: we kunnen nu meer aan dan vroeger, we zien nu beter dat anderen er last van hebben en dat we dat niet meer willen. Dat kan leiden tot een wens om te veranderen. Dat kan: we kunnen veranderen. We zijn in staat om vanaf nu opener, wakkerder, vriendelijker en helderder in het leven te staan. Dat is een inherente kwaliteit van ons. We hoeven niet aan onze gewoontepatronen vast te houden als ze niet meer functioneel zijn. We moeten dan wel de intentie of aspiratie ontwikkelen om te veranderen.
- Naast de gewoontepatronen hebben we ook te maken met de gelaagdheid van onze emoties. Als we op een bepaalde emotie wat dieper ingaan, komen er achter die emotie nieuwe emoties tevoorschijn. En weer nieuwe. Dat maakt het lastig om die emotie op te lossen. Ons leven wordt ingewikkeld van die in elkaar gehaakte emoties. Daar zijn we niet meteen van af. Wel is het mogelijk om te leren met die emoties directer om te gaan. Daar wordt ons leven eenvoudiger en directer van. Want uiteindelijk komt het erop neer dat we geraakt zijn door wat iemand zei of deed. Bij die geraaktheid komen, daar gaat het om. De vier stappen zijn bedoeld om daar direct mee om te gaan. Als we dat doen doorsnijden we de gelaagdheid van de emoties. Die worden dan zachter en zichtbaarder. Dan weten we beter hoe we er in zitten.
Het advies is daarom om deze stappen regelmatig te doen, steeds kort.