Selecteer een pagina
Met aandacht lopen | Toegepast Boeddhisme

Omgaan met verdriet bij (groot) verlies 

We moeten regelmatig afscheid nemen. Zie ook op deze website de werkwijze van voluit ‘welkom’ en ’tot ziens’ zeggen. Soms echter is het afscheid bijzonder heftig. Dat is met name het geval als een dierbare overlijdt of het nieuws krijgt dat die binnenkort overlijdt. Hieronder zijn acht adviezen te vinden die vooral gericht zijn op de achterblijvers. Zie ook het boek Op de golven van geboorte en dood. Goed leven en sterven in boeddhistische perspectief van Sebo Ebbens (2019). Zie ook de website die dat boek ondersteunt: https://goedlevenensterven.nl.
Klik voor de alledaagse omgang met verdriet op de werkwijze van omgaan met verdriet op deze website.

1. Blijf verbonden met je leven

Wanneer een dierbare overlijdt of een diagnose krijgt met een spoedig overlijden, vindt er in ons leven een geweldige schok plaats. Al onze opvattingen, dromen, verwachtingen wankelen. Daarmee wankelt ons oude zelf; we zijn uit ons evenwicht. Meteen daarna versterken goed bedoelende vrienden, vriendinnen en familieleden dat gevoel. Zij veronderstellen dat ons normale leven is gestopt en gaan ervan uit dat we het met elkaar alleen nog kunnen hebben over ons verdriet. Voor een deel is dat waar. Dan tonen zich ook nog de vrienden, vriendinnen, verwanten, collega’s, kennissen die zich geen goede houding weten te geven naar wat wij meemaken. Zij ook vragen hoe het met ons gaat maar praten daarna meteen over de gewone dingen of over dat ‘we er wel weer overheen komen, at het voorbij gaat’. Dat soort dingen.  

Vaak komt de vraag ‘hoe gaat jet het met je?’ uit een goed hart. Tegelijkertijd is het voor ons in die situatie een vraag die ons uitput. Voortdurend moeten we kiezen hoe we hiermee omgaan. We moeten nagaan bij wie we de vraag wel adequaat beantwoorden en bij wie niet. Wat zal blijken is dat er veel vrienden en verwanten de vraag stellen, soms wel en soms niet het antwoord afwachten, en het daarna vaak hebben over de gewone dingen de levens. Dat is goed. Als we het over andere dingen hebben, raken onze gedachten (even) weg van onze zorgen. Dat soort momenten is goed voor ons. We kunnen dat vooral goed met die mensen die ook echt geïnteresseerd zijn in wat er met ons aan de hand is. Dan kunnen we het hebben over onderwerpen als ‘de huidige politiek, filosofische vragen, dingen van alle dag, …’. Als vrienden, kennissen, collega’s onze situatie niet kunnen handelen en ons lastig vallen met prietpraat, is het beter die ontmoetingen kort te houden en ons ietwat terug te trekken. 

2. Ga er niet vanuit dat ons verdriet ons zal overweldigen

Onderzoek naar groot verlies toont aan dat de overgrote meerderheid van mensen in de rouw behoorlijk veerkrachtig zijn. Zij ervaren hun verdriet als een voortdurende afwisseling tussen droefheid en lichtere momenten. Deze afwisseling hielp ze niet alleen tijdens hun verdriet, het hielp ze ook om plezier te ervaren, zelfs gedurende de eerste dagen van het verlies of het slechte nieuws. Wel is het belangrijk het verdriet een goede plek te geven. daarbij: verdriet is geen teken van zwakte maar een uiting van onze geraaktheid. 

Wat met name in de eerste weken van het verlies kan helpen is de visie van de Tibetaans boeddhisten. Zij zeggen dat we zeven weken lang na een overlijden bezig moeten zijn om de overledene te helpen een goede plek voor een wedergeboorte te vinden. Dat betekent dat we zeven weken lang beoefeningen moeten doen voor degene die is overleden. Denk aan een werkwijze als tonglen op deze website die we voor hen kunnen doen. Zie ook de tekst daarover op de website goed leven en sterven.

3. Blijf dichtbij wat we werkelijk voelen en nodig hebben

Veel mensen denken op voorhand dat ze in elkaar zullen storten wanneer een dierbare overlijdt. Tot veler verassing – en opluchting – gebeurt dat heel vaak niet. Integendeel, velen van ons blijven redelijk functioneren, al zijn de emoties veel heftiger dan normaal. Binnen afzienbare tijd wordt het velen helder dat afwachten en weinig doen de heftigheid van het verdriet alleen maar versterkt. Velen ontdekken dat het goed is om ook deel te nemen aan de gewone dingen van het leven. We kunnen met vrienden of vriendinnen een wandeling maken, we kunnen naar de film of even in een café wat drinken. We kunnen dat doen te midden van het verdriet dat regelmatig en vooral onverwacht regelmatig de kop op steekt. Dit doen helpt ons om verbonden te blijven met die onderdelen van ons leven die intact zijn gebleven. 

4. Doe niet wat we niet willen

Dit is een belangrijk advies. Vaak gaan we in het begin van ons verdriet in op de vele uitnodigingen van alle aardige mensen om ons heen. Ook gaan we in op alle vragen die aan ons gesteld worden over hoe het met ons gaat omdat we zo eerlijk mogelijk willen zijn te midden van al die belangstelling. Soms antwoorden we wat globaler, soms gaan we er diep op in. In al deze ontmoetingen is het bijzonder belangrijk dat we niet iets doen wat we niet willen. We hoeven niet op alle ‘hoe gaat het het met je’ vragen in te gaan. We hoeven niet op alle uitnodigingen in te gaan. Te midden van alle belangstelling is verdriet bij een groot verlies een zeer persoonlijke gebeurtenis. Lang niet iedereen snapt waar wij doorheen gaan. Het is om die reden soms onmogelijk om uit te leggen wat we meemaken. Die mensen die het zelf hebben meegemaakt en het goed hebben verwerkt, hebben vaak een meer adequate reactie op wat wij doorheen gaan. Maar met iedereen een verbinding hebben over ons verdriet is onmogelijk. Dat moeten we ook niet verwachten en niet doen. 

5. Anderen kunnen niet raden wat we willen: vertel ze wat we nodig hebben.

Vele vrienden, vriendinnen en verwanten willen ons graag steunen. Vaak echter baseren zij hun steun op wat zij denken dat wij nodig hebben. Denk aan de waslijsten aan goedbedoelde adviezen, het grote aantal omhelzingen, het enorme aantal zorgelijke blikken, huilpartijen van meelevende vrienden en vriendinnen, de vaak sombere gesprekken over leven en dood, en wat er allemaal nog meer op ons afkomt. Dat is hoewel goed bedoeld, vaak te veel. Om die reden is het belangrijk uit te spreken wat we graag zouden willen. Dat geeft alle betrokkenen meer helderheid. Dat maakt het gemakkelijker om ons daadwerkelijk te helpen. Zo zouden we met onze vrienden en vriendinnen kunnen afspreken dat we het met elkaar ook hebben over waar we goed in zijn, in plaats van het met elkaar vooral te hebben over verdriet bij verlies. 

6. Voor degene die willen steunen: kijk goed en luister zorgvuldig

Vaak worden de mensen met verdriet door mensen aangesproken met ‘Als ik nog wat voor je kan doen, dan …’. Een dergelijke uitspraak, hoe goedbedoeld ook, biedt niets behalve een aardige intentie. Soms zelfs lijkt het erop dat degene die verdrietig is de ander een nuttig gevoel moet geven. Om dergelijke redenen is het beter dat wij, als we iemand bezoeken die in de rouw is, goed om ons heen kijken om te zien wat er nodig is. Misschien moeten de vuile kopjes en dergelijke afgewassen, eten gekookt, thee gezet, iets gekocht bij de supermarkt, of de afvalbakken buiten gezet. We kunnen het even vragen. Maar we kunnen het ook doen al we goed om ons heen gekeken hebben. Dat geldt ook voor samen naar de film gaan, een wandeling maken, of even naar het café. Mensen die een groot verdriet hebben, zijn er niet klaar voor om ons te ontvangen op onze tijd. Het is daarom goed om om ons heen te kijken en goed naar die persoon te kijken en te zien wat de ander nodig heeft. Dat kan soms ook betekenen dat we maar beter weg kunnen gaan. 

7. Spreek je uit, inclusief je liefde en waardering

Wanneer we de tijd hebben om van iemand afscheid te nemen, is het belangrijk om regelmatig de liefde voor elkaar en/of de waardering voor elkaar en/of de sterke kanten die we bij iemand ervaren hebben tijdens alle ontmoetingen, uit te spreken. Dit maakt de verbinding tussen de stervende persoon en de achterblijvers sterker. Ook kunnen we als stervende regelmatig onze waardering uitspreken voor degenen die ons bezoeken en bijstaan, als we daar nog energie voor hebben. Ook kunnen we dit doen bij de achterblijvers. Ook kan de achterblijver diens waardering, dankbaarheid uitspreken naar al degenen die steun hebben gegeven en regelmatig van zich hebben laten horen. 

Als het om de stervende gaat is beter on uit te spreken tijdens diens leven dan tijdens de begrafenis of crematie. Bovendien is er op deze manier achteraf geen spijt over die dingen die niet zijn uitgesproken. Er zijn geen ‘onaffe’ zaken meer. Dat geeft iedereen rust. 

8. Ken de wensen van degene die sterft 

Het is belangrijk dat degene die sterft de eigen wensen rond het sterven helder formuleert. Zo is het mogelijk specifieke wensen te verduidelijken over crematie of begrafenis, over specifieke rituelen tijdens de begrafenis of crematie, over specifieke wensen over ondersteuning in de periode na het sterven (voor mensen die in reïncarnatie geloven). Ook is het mogelijk wensen uit te spreken over wat er moet gebeuren met kostbare herinneringen of niet openbare instructies en achtergrondinformatie bij die instructies (in geval iemand een praktiserend boeddhist is). Dergelijke wensen geven rust bij de achterblijvers omdat ze niet hoeven te gokken naar wat er gewenst is. Als achterblijvers de wensen daarna naar eer en geweten aanpassen aan de omstandigheden is dat natuurlijk geen enkel probleem. Klik op de website goed leven en sterven voor mogelijke richtlijnen in deze.

Ook is het mogelijk om als stervende wensen uit te spreken naar degenen die achterblijven. Zo is het mogelijk uit te spreken dat de achterblijver op geen enkele manier bang zou moeten zijn het eigen leven naar de volle te leven; of opnieuw te trouwen of relaties aan te gaan als dat zo uitkomt.

Dit artikel is oorspronkelijk gebaseerd op een artikel van de journaliste Jill Smolowe, maar sterk aangepast. Zij is de schrijfster van het boek:Four Funerals and a Wedding’.